paul van ostaijen

Vlaamse dichter en prozaschrijver


22/02/1896 - 18/03/1928


poëzie is woordkunst
poëzie is niet: gedachte, geest, fraaie zinnen, is noch doctoraal, noch dada
zij is eenvoudig een in het metafysiese geankerd spel met woorden

melopee

onder de maan schuift de lange rivier

over de lange rivier schuift moede de maan

onder de maan op de lange rivier schuift de kano naar zee

 

langs het hoogriet

langs de laagwei

schuift de kano naar zee

schuift met de schuivende maan de kano naar zee

zo zijn ze gezellen naar zee de kano de maan en de man

waarom schuiven de maan en de man getweeën gedwee naar de zee


avondgeluiden

er moeten witte hoeven achter de zoom staan
van de blauwe velden langs de maan
's avonds hoort gij aan de verre steenwegen
paardehoeven
dan hoort gij alles stille waan
van verre maanfonteinen zijpelt plots water
– gij hoort plots het zijpelen
van avondlik water –
de paarden drinken haastig
en hinniken
dan hoort men weer hun draven stalwaarts


onbewuste avond

van 't lauwe kroes doorgeurd ligt om de vijver loom de lucht
op de vondel staat een late zwaan
zo eenzaam is niet een van ons en roerloos
niet een van ons laait zo hartstochtelik een vlam
zich toewaarts als dees' rode beuk
van 't gipsen beeld dat thans in de schaduw staat
- alleen een gipsen garve gaart schuine scherven nog van 't schaarse licht -
valt een kleine rust maar op het jonge paar dat voorbij schuift
mij dinggesloten en vervreemd
zo nu de kiezel niet kraakte onder mijn treden
was ik zonder verleden
in de kom van deze stilte gegleden


marc groet ’s morgens de dingen

dag ventje met de fiets op de vaas met de bloem
                                                                   ploem ploem
dag stoel naast de tafel
dag brood op de tafel
dag visserke-vis met de pijp
                     en
dag visserke-vis met de pet
                pet en pijp
         van het visserke-vis
               goeiendag

daa-ag vis
dag lieve vis
dag klein visselijn mijn

 

  • sterk beïnvloed door het expressionisme: lardeert zijn poëzie met wisselende ritmes, hevige beeldenreeksen, uitroepen...
  • terzelfder tijd sterk gericht op de zuivere lyriek: eenvoud en muzikaliteit; spelend met woorden, beelden en klanken, niet zelden om zijn angsten en levensmoeheid te camoufleren

Jonge schrijver die, 32 jaar jong, eenzaam sterft in een klein sanatorium in de Ardennen en desondanks al een keer of vier de literatuur totaal zal veranderd hebben

Matthijs de Ridder